Met keramische gevelpannen werkt u de zijranden van het dak mooi af en laat u het keramische dak vlot overgaan naar de puntgevels.
Met keramische gevelpannen werkt u de zijranden van het dak mooi af en laat u het keramische dak vlot overgaan naar de puntgevels.
Een gevelpan heeft een ‘flap’ die vanop het dak over het gevelmateriaal wordt geplaatst. Tussen die flap en de buitenkant van de constructie - dit kan ook een boordplank zijn - moet er een ruimte van minimum 10 mm worden voorzien. Op het legplan hiernaast ziet u concreet hoe dit eruit ziet.
De afstand van minimum 10 mm is nodig om de verschuiving van de gevelpan toe te laten. Zo’n verschuivingen kunnen gebeuren door het zetten van de gevel of het krimpen van panlatten. Vooral dat laatste kan een redelijke verschuiving veroorzaken. Recent gedrenkte tengellatten of panlatten die door regen bevochtigd worden, kunnen voor een verschuiving van 5 mm zorgen.
Meer gedetailleerde uitleg over het plaatsen van keramische gevelpannen vindt u in de Technische Voorlichtingen 240 “Pannendaken” van het WTCB.
Het kan voorvallen dat vogels of klein ongedierte zich onder de dakpannen proberen te nestelen door de ruimte tussen de gevelpan en de gevel. Dit kunt u vermijden door vogelschermen te plaatsen. Koramic biedt hiervoor de aluminium vogelschermen aan.
Koramic voorziet net als voor de kleidakpannen bevestigingsmaterialen om de gevelpannen te bevestigen. De beste manier is het gebruik van schroeven, voorzien van een rubberen afsluitring (schroef met EPDM ring). Bij sommige modellen is het noodzakelijk om deze te combineren met haken. Voor meer bevestigings- en plaatsingsvoorschriften verwijzen we naar het hoofdstuk “Verankering” en de normen die momenteel van kracht zijn.