Verder onderscheidt men drie groepen zand: rond zand, breekzand en gemengd zand (mengeling van rond zand en breekzand)
Ook de fijnheid van het zand moet aangeduid worden. Hiervoor gebruikt men de fijnheidsmodulus. De fijnheidsmodulus FM is de som van de gecumuleerde zeefresten, in massaprocent, op een reeks zeven van 4 mm tot 0,125 mm.
Er geldt:
- FF voor 'fijn' zand; 0,6 ≤ FM ≤ 2,1
- MF voor middelgrof zand: 1,5 ≤ FM ≤ 2,8
- CF voor grof zand; FM ≥ 2,4
Voor stelmortels wordt over het algemeen zand 0/2 gebruikt waarvan de fijnheidsmodulus tussen 1,1 en 2,8 ligt. Naast dit alles dient ook de variabiliteitscategorie van de granulariteit verklaard te worden. Hierbij betekent :
- A = beperkte tolerantie
- B = verminderde tolerantie
- C = normale tolerantie
Ook dient de categorie aangegeven te worden die het gehalte aan fijne stoffen karakteriseert. De categorie f7, bijvoorbeeld, duidt zand aan waarvan de doorval door de zeef van 0,063 mm kleiner is dan of gelijk is aan 7% massa.
Tenslotte dient men nog de zuiverheidscategorie van het zand te declareren. Hierbij onderscheiden we de categorieën ‘a’ tem ‘c’, waarbij ‘a’ het zuiverste is. Er kunnen ook nog extra categorieën (tolerantiecategorie GTC op het granulariteitstype bijvoorbeeld) of eigenschappen (werkelijke volumieke massa bijvoorbeeld) verklaard worden. Een voorbeeld van aanduiding op basis van het voorgaande: rond zand 0/2 (0/1) MF A f7 a